In mijn praktijk

Ik kom in mijn praktijk vaak tegen dat cliënten die verlies hebben geleden vastlopen omdat ze een slechte relatie met zichzelf hebben. Met verlies word je behoorlijk met jezelf geconfronteerd, met je mooie en je minder mooie kanten. Als je gewend bent om voor anderen te zorgen en er te zijn en jezelf op een tweede plaats zet wordt verlies extra moeilijk. Naast het begeleiden van de rouw, werk ik ook met mijn client om steviger in zichzelf te gaan staan.

Onderzoek

• Zorg je eerst voor de ander of zorg je eerst voor jezelf?
• Haal je je eigenwaarde uit jouw omgeving of weet je wat je waard bent?
• Vraag je meestal de mening van anderen als je ergens mee zit?
• Vind je het moeilijk om hulp te vragen?

Als je jezelf daarin herkent maakt dat het moeilijker als je verlies meemaakt. Je bent afhankelijk van de buitenwereld, wat anderen van je vinden. Voor iedereen is de waarde anders en geven daar hun eigen betekenis aan. Vaak wordt het nog verwarrender als je meningen van anderen vraagt; ieder geeft zijn mening uit zijn eigen persoonlijke ervaringen en dat hoeven niet de jouwe te zijn.

Hoe ben je gevormd?

Ik onderzoek hoe mijn cliënten gevormd zijn. Welke voorbeelden hebben ze gehad in hun jeugd en hoe was de relatie van de ouders met zichzelf. Waren ze gericht op de ander of juist niet. Als kind boots je deze voorbeelden na. Hoe ben je gehecht? Heb je een veilig of onveilig hechting gehad? Mensen die een veilige hechting hebben gehad hebben het beste gereedschap in hun rugzak en hebben geleerd dat hun ouders en anderen in hun omgeving er voor hen zijn. Ze hebben geleerd dat ze er niet alleen voor staan en vragen hulp aan anderen. Mensen met een onveilige hechting vinden het moeilijk om hulp en steun te vragen en voelen zich vaak te veel. Je hebt steun juist zo hard nodig als je met verlies te maken krijgt. Voor mijn cliënten die ik spreek na het rouwproces is een van de belangrijkste dingen die hun geholpen heeft wel de steun van de omgeving en zich daarmee verbonden voelen. Het gevoel hebben dat je er niet alleen voor staat zodat je jezelf minder eenzaam voelt.

Later word je verder gevormd door school en werk. Je hebt je aan hun regels, normen en waarden te houden. En je wordt gevormd door de eerste 5 mensen waar je mee omgaat. Hoe zijn deze mensen? Staan ze in hun kracht, zijn ze positief? Hoe staan ze in hun leven, hebben ze vaak problemen? Wat trek je jezelf aan?

Tweede periode van je leven

Vaak in de tweede fase van je leven ga je op onderzoek of deze voorbeelden wel bij jou passen. Het is belangrijk om dat te onderzoeken, dat je jouw eigen pad bewandelt en niet dat van anderen. Daardoor kom je steeds krachtiger in jezelf te staan en word je steeds minder afhankelijk van wat de buitenwereld van je vindt.

Hulp vragen

Als je een gever bent, gewend bent om te zorgen voor de ander, weet je ook hoe fijn het is om dat te doen voor de ander. Zo werkt het ook andersom.  Realiseer je dat je de ander, die iets voor je kan doen, iets ontneemt als je hun zorg niet accepteert. Je dierbare vindt het fijn om iets voor je te doen en te betekenen. Kijk eens wat jezelf zou doen als je jezelf met bijv. je beste vriendin in dezelfde situatie bevindt. Dat maakt het vaak duidelijk wat je kan vragen aan anderen. Deel je gevoelens bij mensen waar je prettig bij voelt en jezelf kunt zijn. Je krijgt dan de steun die je nodig hebt.

Heb je geen geschikte mensen om je heen dan zijn er genoeg andere mogelijkheden om steun te ervaren bij rouw. Denk aan platforms, online community, lotgenotengroepen (b.v. Onder de regenboog), rouwgroepen (Counseling Innerlijke Kompas, de Twern), Dearly app waar je lotgenoten kunt ontmoeten en iets gezamenlijks kunt gaan doen.